Welke problemen kunt u tegenkomen bij het zelf monteren van een loods?

Hoe installeert u een zelfbouwloods NIET

Als leverancier van zelfbouwloodsen hebben wij in de afgelopen 15 jaar klanten aan de telefoon gehad die hun loods niet goed hadden opgebouwd, met alle gevolgen van dien. Als u dit blog leest voor u uw zelfbouwloods opbouwt, behoeden we u wellicht voor een fout. Als u twijfelt of u de loods wel zelf kan opbouwen, is het ook verstandig dit blog te lezen. U krijgt meer inzicht in hoe het opbouwen van een zelfbouwloods in zijn werk gaat en welke uitdagingen u tegen kunt komen. Of beter gezegd, op welke fouten u alert moet zijn. De volgende onderwerpen komen in dit blog aan bod:

  1. Wanneer kunt u de zelfbouwloods beter niet zelf monteren. 
  2. Monteer een zelfbouwloods niet op een oneffen ondergrond. 
  3. Monteer de baserail niet in een kromme lijn. 
  4. Pas onderdelen niet zelf aan. 
  5. Plaats een voor- of achterspant niet op de plaats van een tussenspant. 
  6. Laat de spanten niet omvallen. 
  7. Vergeet niet de uitsparingen voor de deuren te maken.  
  8. Plaats de waterslagtrim niet na de wandbeplating. 
  9. Schroef de beplating niet binnenstebuiten op het frame.  
  10. Draai schroeven niet te hard of scheef aan.  
  11. Onderschat niet de benodigde expertise voor de montage van een overheaddeur.

Kroftman buyers guide loodsen

1. Wanneer kunt u de zelfbouwloods beter NIET zelf monteren.

Als u geen technisch inzicht heeft of niet handig bent, dan kunt u de montage van uw zelfbouwloods beter uitbesteden. Het is zonde als u tijdens de montage dingen verkeerd doet, waardoor de kwaliteit van uw loods afneemt. U ontvangt een uitgebreide montagehandleiding bij uw zelfbouwloods, inclusief veel detailtekeningen. Om deze goed te kunnen begrijpen heeft u technisch inzicht nodig. De twee grootste uitdagingen bij het monteren van een zelfbouwloods is zorgen voor een vlakke ondergrond en het monteren van de overheaddeur.

2. Monteer een zelfbouwloods NIET op een oneffen ondergrond. 

Het montageoppervlak waar u uw zelfbouwloods op monteert moet vlak zijn, met een maximaal afschot van 1 cm per meter en in één richting. Houdt u hierbij rekening met een maximaal afschot van 10 cm, ook al is uw loods meer dan 10 meter lang. Eventuele oneffenheden mogen maximaal 5 mm hoog of diep zijn. Op een hol, bol of scheluw (= scheef of gedraaid) oppervlak kunt u geen zelfbouwloods monteren. Let u er ook op dat er geen kabels of buizen of andere voorwerpen uit de ondergrond omhoog komen op de plek waar de baserail komt. Op de onderstaande infographic staan de eisen aan de ondergrond duidelijk weergegeven.

Infographic met de eisen aan de ondergrond 

Infographic met de eisen aan de ondergrond 

Als de basis niet goed is, zal u uw zelfbouwloods nooit recht kunnen opbouwen. Hierdoor zullen de onderdelen niet strak op elkaar aangesloten kunnen worden, uw deuren niet goed geopend en gesloten kunnen worden, enz. Een goede ondergrond voorkomt heel veel problemen.  

Nog een tip als u grondpennen gebruikt. Controleert u dan altijd de ondergrond tot 1,20 meter diepte. De grondpennen zijn namelijk ruim 1 meter lang en moeten volledig de grond in kunnen. Hierbij wilt u niet op een rotsgrond, oude fundering, leidingen, enz., stuiten waardoor de grondpen niet volledig de grond in kan.

3. Monteer de baserail van uw loods NIET in een kromme lijn. 

Uw ondergrond voldoet aan de voorwaarden. Dan kunt u aan de slag met het opbouwen van uw zelfbouwloods. U start met het leggen van de baserail. Deze moeten horizontaal geplaatst worden. Zit er ergens nog een kleine oneffenheid, dan kunt u deze nog uitvullen. De onderdelen van de baserail moeten achter elkaar in een rechte lijn liggen. Ligt een onderdeel een paar cm naar binnen of naar buiten, dan krijgt u de spanten er niet goed op. Om dit wat makkelijker te maken kunt u een lijntje spannen waarlangs u de baserail legt en aan de ondergrond bevestigt. Als u grondpennen gebruikt om de baserail te bevestigen, let u dan op dat door het zware boren en het erin slaan van de grondpennen, de baserail niet verschuift. Een tip is om twee mensen op de uiteindes van de baserail te laten staan, terwijl een derde persoon de gaten voor de grondpennen boort en deze in de grond slaat. 

4. Pas onderdelen van de loods NIET zelf aan. 

Past u de onderdelen niet zelf aan omdat u denkt dat iets niet past of de tekening niet klopt. Onze zelfbouwloodsen zijn gestandaardiseerde loodsen en de tekening klopt altijd. Als u echt denkt dat een onderdeel niet past, neemt u dan contact met ons op.  

Zoals we bij punt 2 al aangaven, moet een grondpen volledig de grond in kunnen om de loods voldoende stevig te verankeren aan de ondergrond. Maakt u een grondpen nooit korter. Hetzelfde geldt voor de kolom van de zelfbouwloods. Als u zelf dingen wijzigt en de zelfbouwloods niet opbouwt conform onze voorschriften, dan is onze statische berekening niet meer van toepassing op de aangepaste loods. Dit kan tot gevaarlijke situaties leiden. Er zijn enkele onderdelen die u wel zelf moet aanpassen. Dit staat ook vermeld in onze handleiding. Denkt u hierbij bijvoorbeeld aan: 

  • De uitsparing voor de deur en de schuine kanten langs de randen van het dak. 
  • De trimmen van de windveren in het dak moet u op maat maken, passend bij de knik in het dak.
  • De afwateringstrimmen worden recht aangeleverd en moeten soms een hoekje om. Deze hoek brengt u dan zelf aan.

5. Plaats een voor- of achterspant NIET op de plaats van een tussenspant. 

Als de baserail staat, bevestigt u bij de grotere loodsen (vanaf 9 meter) de kolommen aan de baserail. Bij de kleinere loodsen worden de spanten direct geplaatst aangezien hier de kolommen aan de spanten vastzitten. U monteert de spanten volgens de handleiding, te beginnen met een voor- of achterspant. Deze verschillen van de tussenliggende spanten, dus let u goed op dat u de juiste spanten heeft. Monteert u een voor- of achterspant in het midden, dan moet u deze weer verwijderen. Hiermee beschadigt u het spant, want u heeft nu schroefgaten in een spant zitten op een plek waar ze niet horen.

Als u de loods zelf monteert kunt u ter plekke besluiten de voor- en achterspant om te wisselen als u de deur van de voorgevel naar de achtergevel wilt verplaatsen.

6. Laat de spanten van uw loods NIET omvallen. 

Zorgt u ervoor dat de spanten niet om kunnen vallen nadat u ze geplaatst heeft. Zet u bijvoorbeeld een schoor, een schuine balk, tegen het spant aan. Of klemt u het spant aan een paal met een lijmklem. Als u de spanten maar goed borgt zodat ze niet om kunnen vallen of ombuigen en daarmee beschadigd raken. Bouwt u de zelfbouwloods in ieder geval nooit op als het stormt. U verbindt de spanten op 3 of 4 punten met elkaar en bouwt door naar achteren toe, zodat er een tunnel ontstaat. Vervolgens plaatst u de profielen van de achter- en voorgevel en schroeft u de beplating erop. Wijkt u niet af van de bouwvolgorde die is aangegeven in onze handleiding, om een onstabiel bouwwerk te voorkomen.  

7. Vergeet NIET de uitsparingen voor de deuren te maken in uw loods. 

Voordat u de beplating op de spanten schroeft, moet u de uitsparing voor de deuren er al ingemaakt hebben. Vergeet u dit, dan moet u deze er alsnog uitzagen. Als u hiervoor het plaatmateriaal verwijdert en deze er vervolgens, met uitsparing, weer opschroeft, lukt het bijna niet dezelfde schroefgaten te gebruiken. Hierdoor ontstaan er gaten in het plaatmateriaal die de waterdichtheid aantasten. Bovendien is het plaatmateriaal en dat van de spanten erg dun en kunnen schroeven doldraaien. Na 2 of 3 keer een schroef erin en eruit gehaald te hebben, schroeft deze niet meer. Dit wilt u voorkomen. Als u de volgorde in onze handleiding volgt, gaat dit goed. Als u toch moet zagen in het plaatmateriaal, verwijdert u dan direct de spaantjes van het zagen. U vermindert hiermee de kans op roestvorming door inwerking van die metaaldeeltjes op de beplating.

8. Plaats de waterslagtrim van uw loods NIET na de wandbeplating. 

Voor u de beplating gaat plaatsen, bevestigt u eerst een aantal van de trimmen. Zo moet de waterslagtrim aan de onderkant geplaatst worden voordat de wandbeplating er bovenop komt. Doet u dit andersom, dan krijgt u de trim niet meer gemonteerd. Ze moeten namelijk direct tegen de baserail aan geplaatst worden. Dit voorkomt dat er water achterlangs de beplating de loods in loopt. De afwerkende hoektrimmen en geveltrimmen plaatst u wel nadat u de beplating heeft aangebracht. 

9. Schroef de beplating NIET binnenstebuiten op het frame van uw loods. 

De kans dat u de beplating er binnenstebuiten opschroeft is klein. Aan de kleur van de plaat kunt u namelijk zien wat de binnen- en buitenkant is. De binnenkant heeft vrijwel altijd een grijs-witte kleur. De buitenkant van de plaat heeft de kleur die u zelf uitgekozen heeft. Voor de dakplaten geldt dat u geïsoleerde dakbeplating plaatst met de verhogingen, de kronen, naar buiten toe. Zoals op onderstaande afbeelding te zien (de pijl wijst de buitenkant aan).

Geïsoleerde dakplaat

Geïsoleerde dakplaat

Ongeïsoleerde dakplaten liggen precies andersom als de wandplaten. Hieronder ziet u in het rood een ongeïsoleerde dakplaat. Deze ligt met de ‘smalle verhogingen’ naar buiten toe. In het blauw ziet u de ongeïsoleerde wandplaat. Deze ligt met de ‘brede verhogingen’ naar buiten toe.

Ongeïsoleerde dakplaat

Ongeïsoleerde dakplaat

Ongeïsoleerde wandplaat

Ongeïsoleerde wandplaat

10. Draai schroeven niet te hard of scheef aan. 

Het is belangrijk om de schroeven correct aan te brengen. Om het inlekken van water te voorkomen leveren wij een rubber ringetje bij de schroef. Het goed vastdraaien van de schroeven gaat vooral visueel. Let u erop dat de schroef de rubberen ring zodanig indrukt dat waterdichtheid wordt gegarandeerd, maar niet zo ver dat alle elasticiteit eruit is. Als u de schroef te hard aandraait wordt het rubber ringetje naar buiten geperst en komt er soms helemaal onderuit. Zit de schroef scheef, dan sluit het ringetje niet goed aan. In beide gevallen zit de beplating niet goed vast en is de aansluiting niet meer waterdicht. Dit laatste is met name vervelend als het een schroefgat in het dak betreft. Druppels die naar binnen vallen kunnen de spullen die u in de loods heeft opgeslagen beschadigen.

11. Onderschat NIET de benodigde expertise voor de montage van een overheaddeur. 

Het installeren van een overheaddeur is een vak apart. U kunt deze zelf monteren maar als u er geen handigheid in hebt, kunt u makkelijk iets verkeerd installeren. Als u er een elektromotor bij heeft besteld, is de kans nog groter dat er wat misgaat. Het installeren vergt specialistische kennis. We hebben instructievideo’s waarop u kunt zien hoe u een overheaddeur installeert. Wettelijk gezien moet u een elektrisch bediende industriedeur laten installeren door een vakspecialist en moet de deur jaarlijks gekeurd worden. Dat is ook de reden dat u bij de deur een sticker ontvangt die u na het monteren op de deur plakt met daarop de datum van de eerstvolgende keuring (1 jaar na plaatsing). Na elke keuring wordt er een nieuwe sticker op de deur geplakt. Doet u dit niet, dan zal waarschijnlijk niemand dit controleren. Gebeurt er echter een ongeluk met deze deur, omdat hij niet goed onderhouden is, dan bent u daar wel voor aansprakelijk. Hetzelfde geldt voor onze garantievoorwaarden op de deur en elektromotor. Die blijven alleen geldig bij een juiste installatie en jaarlijks onderhoud van de deur en de motor.

U heeft nu een beter beeld gekregen van het zelf monteren van een zelfbouwloods en de fouten die u hierbij kunt maken. Het kan u helpen bij de beslissing of u de loods zelf gaat monteren of hiervoor liever een bedrijf inschakelt. Kroftman heeft zelf geen montagedienst.

Wij hopen dat bovenstaande informatie helpt een weloverwogen keuze te maken. Als u precies wilt weten wat de loods van uw keuze kost, vult u dan vrijblijvend onze offertetool in. Bij de laatste vraag vult u uw postcode in en kunt u wanneer gewenst kiezen voor de optie ‘montage toevoegen’. Hieruit komt een offerte die wij u per e-mail toesturen waarin u in één oogopslag ziet wat de montagekosten en transportkosten zijn voor uw loods. U kunt meerdere offertes maken en verschillende opties aanvinken. Zo kunt u deze goed vergelijken.

Heeft u toch nog vragen? Wij helpen u graag verder.

Offerte aanvragen